Hoe gebruik je een shisha?

Shisha

De waterpijp, ook wel ‘shisha’, ‘hookah’ of ‘ghaliyan’ genoemd, is een in het Midden-Oosten traditionele manier voor het roken van gearomatiseerde pijptabak. Het roken van pijptabak met behulp van een shisha wordt daar veel gedaan in restaurants en cafés, waardoor deze ook wel de naam van shishalounge hebben gekregen. Tegenwoordig is het ook in het Westen een alom bekende manier om te roken en is er in nagenoeg elke stad wel een shishalounge te vinden.

Werking

Doorgaans bestaat een shisha uit vier onderdelen:

  • Tabakskommetje. Hier wordt de rookwaar in gedaan;
  • Metalen schacht. Deze loopt van onder het tabakskommetje tot in het glazen reservoir, 2 centimeter onder het waterniveau;
  • Glazen reservoir. Deze wordt gevuld met vloeistof, meestal water;
  • Flexibele slang met mondstuk. Hierdoor wordt de rook opgezogen.

Het glazen reservoir wordt gevuld met water, maar er kan ook gekozen worden voor melk zodat de rook dikker is. Ook zou nog de keuze voor alcohol gemaakt kunnen worden, omdat dit de smaak van de rook kan verbeteren. Het wordt echter afgeraden om alcohol te gebruiken in het reservoir als er wiet of hasj met de shisha wordt gerookt. Het peil van de vloeistof moet in ieder geval zo hoog zijn dat de metalen schacht tot ongeveer 2 centimeter eronder uitsteekt. Het tabakskommetje wordt gevuld met rookwaar, bijvoorbeeld fruittabak, waarna het kommetje wordt afgedekt met aluminiumfolie waar gaatjes in worden geprikt. Hierop legt men een brandend kooltje. Door aan het mondstuk te zuigen ontstaat er onderdruk boven de vloeistof, waardoor er door de vloeistof heen lucht aangezogen wordt door de pijpekop.